De Triefelaars

Een man komt thuis en stelt vast dat zijn woning is leeggehaald, op een kruikje jenever na, dat demonstratief midden de woonkamer is neergezet.

Dat herinnert hem aan een gesprek dat hij en zijn vrouw, jaren geleden, bij een bevriend echtpaar hadden.

Zijn echtgenote heeft zich blijkbaar, op wat er toen werd gezegd, geïnspireerd om er vanonder te trekken.

Wanneer er, even later, een kennis van de man aanbelt, weet hij niet welke houding aan te nemen.

Tussen beide mannen ontstaat er een discussie, niet gespeend van humor, waarin ze elkaar alles behalve ontzien.

Zowel vriendschap, vervreemding, leugen, jaloezie net zoals emancipatie – maar vooral van de man – komen aan bod in dit verbaal steekspel.

Personages: 2 mannen.